Dat kinderen verschrikkelijk veel leren in hun eerste levensjaren weten we allemaal. Op de babygroep blijven we ons verbazen hoe snel het gaat. Een kleine hulpeloze baby komt bij ons en een pratend lopend kind gaat naar de peutergroep!
In de boeken gaat men altijd uit van het gemiddelde, zo ook het Consultatiebureau. Maak je echter geen zorgen als het ‘afwijkt’. Elk kind ontwikkelt zich op zijn/haar eigen manier en tempo. De één focust zich eerst op de motorische ontwikkeling en een ander maakt een vliegende start met de spraak.
Gemakshalve zet ik alle ontwikkelingsfases (taal) op een rijtje. Officiële terminologie laat ik achterwege. Gewoon een verklarend stukje.
0 – 12 maanden:
Het kind gebruikt klanken, brabbelt, lacht en huilt om het een en ander duidelijk te maken. De stembanden zijn ontdekt en worden eens grondig getest! Rond de eerste verjaardag zijn er klanken te herkennen. Dan heb ik het over ‘Ma’ en ‘Pa’. In eerste instantie heeft het NOG niets te maken met de herkenning van de ouders (sorry ;)). Het zijn meer variaties op het uitstoten van klanken. We zien vaak dat ‘papa’ het eerst onder knie is. En wederom een sorry (haha). Ook dit heeft niets te maken met een voorkeur. Het is simpelweg makkelijker uit te ‘spreken’.
Kinderen begrijpen veel meer dan je zou denken. Simpele woorden met een gekoppelde actie als ‘kom’, ‘geef’ en ‘pak’ zijn daar goede voorbeelden van. Inmiddels heeft het kind ook de link gelegd tussen zijn/haar naam en zichzelf.